(PORTUGUÊS) (ENGLISH)

Het terras bij het zwembad is in de ochtend zo nat dat het lijkt alsof het afgelopen nacht heeft geregend. En dat is niet zo. Nu is de zon op, schijnt uitbundig aan de blauwe hemel en verwarmt alles. Je ziet de velden dampen. Als ik dan zo in het zonnetje sta op te warmen en mijn omgeving in mij opneem moet ik bijna altijd denken aan de woorden van Lilian Ducelle die ze met een verwijtende ondertoon kon uitspreken. “Holland en zijn blikken zon!” Op de redactie van Moesson, het tijdschrift dat zij mede oprichtte en waar ik toen werkte, waren we allemaal blij dat eindelijk de zon scheen midden in de winter en dan zei Lilian dat. En ja, het is helemaal waar. De zon in Holland verwarmt niet in de winter en hier wel.

Ik hoop steeds dat in de middag het terras wel droog is omdat ik zo graag les wil geven buiten. De hele groep snakt naar samenzijn en training van ons bewustzijn. Maar de vochtigheidsgraad is zo hoog dat het tegendeel het geval is. Kleddernat is het, ook op het warmst van de dag. Dus oefen ik mijn bewustzijn gewoon de hele dag. Als ik er aan denk. En meestal denk ik eraan als ik iets voel. Ongemak, verdriet, plezier, verbazing. Kortom bij het ervaren van een emotie ben ik me ineens bewust van iets. 

Dat gebeurde ook toen ik naar de bunker onder het zwembad liep om een was in de wasmachine te stoppen. Nee de bunker is niet een schuilplaats voor oorlog, het is het machinehuis van het zwembad, onder de grond en ruim genoeg om als bunker te dienen. Om daar te komen loop ik langs wat enorme honderdjarige olijfbomen. Gelukkig kijk ik altijd waar ik loop anders had ik hem misschien plat getrapt. Deze paddestoel. Later zie ik dat verderop in de olijfboomgaard nog veel meer van deze opruimers uit de grond zijn geschoten. 

Inmiddels heb ik wel geleerd dat in de natuur niets aan het toeval wordt overgelaten en dat alles van mineralen, flora tot fauna een rol speelt bij het in stand houden van het aardse paradijs. Daar is geen mens voor nodig. Als paddenstoelen er niet zouden zijn bijvoorbeeld, dan was er geen natuur. Paddenstoelen hebben ondergronds draadvormige lichamen waarmee ze zich met elkaar en met de bomen en planten verbinden. Ze werken met elkaar samen. Ze voeden elkaar. Ze houden elkaar in stand. Ze versterken elkaar. Ze houden elkaar gezond en laten elkaar floreren. Hoe doen wij mensen dat? Want ook wij zijn de natuur. Wij hebben alle eigenschappen van het mineralen-, planten- en dierenrijk in ons. 

Volgens Rudolf Steiner is het menselijk ras de som van het mineralen-, planten- en dierenrijk. Daar voegt hij dan nog aan toe dat wij mensen onze evolutie dankzij die rijken hebben bereikt. Noblesse oblige! De mensheid is daarom volgens mij schatplichtig aan de dieren, de flora en heel Moeder Aarde. Die schatplichtigheid wordt vanzelf een verlangen. Want hij die tot bewustzijn is gekomen –  dat overigens onbewust altijd gaat ten koste van iets anders – heeft vanzelf dat verlangen om bij te dragen aan de ontwikkeling van anderen, goed te doen en de andere rijken in stand te houden.

Zo krijgt de bewuste mens compassie met alles dat leeft in de kosmos. En met compassie ontstaat die onzichtbare verbinding tussen ons mensen ook. Zo voeden we elkaar, houden we elkaar in stand en versterken we elkaar. We houden elkaar gezond en laten elkaar floreren.