(português) (English)

Uma secretária com vista
A desk with a view

Ik hou van mijn werkplek, van mijn bureau met uitzicht. Toch moest er iets veranderen. Al jaren – eigenlijk sinds we hier wonen – willen we een ander bureau. Want ons tweepersoons bureau – we zitten tegenover elkaar – dat  ooit door Coen is ontworpen voor het kantoor dat we in Spanje hadden, is eigenlijk te lomp voor deze ruimte. Na veel wikken en wegen hebben we twee simpele tafels van het juiste formaat gevonden die in een L kunnen worden opgesteld. Donderdag hebben we de boel afgebroken en de nieuwe tafels geplaatst. Het grote bureau heeft een nieuwe functie gekregen in het atelier van Coen. 

De mens heeft vele manieren om vast te stellen dat hij ouder wordt. Dan praat ik niet over fysieke gezondheid. Nee, gewoontes en gewenning, daar heb ik het over. Routinedingen. Afgelopen week merkte ik zo’n gewenning op. Mijn leven lang heb ik bij gebrek aan echte verhuizingen heel wat verhuizingen binnenshuis gedaan. Minimaal drie keer per jaar veranderde ik de inrichting van het huis. Tot ergernis van man en kinderen. Wanneer ze uit school of kantoor kwamen hadden ze ineens een andere kamer of was de woonkamer de eetkamer geworden. Ze raakten er allemaal aan gewend. Aan die veranderingen. Ik vond dat heerlijk om te doen. Voor mij voelde dat iedere keer als een nieuw begin. 

In ons huis in Portugal heb ik minder mogelijkheden dus verhuis ik zo min mogelijk en is mijn behoefte aan verandering minder. Daarbij zijn de protesten van een ander kaliber tegenwoordig. Nee! Geen veranderingen! Het leven is al onrustig genoeg in de wereld! Alsof het verplaatsen van meubelstukken alle zekerheden wegneemt, dacht ik dan bij mezelf. 

En nu gebeurt er iets vreemds. Iedere keer als ik achter mijn bureau ga zitten, heb ik het gevoel van alles kwijt te zijn. Dat klopt ook want het werkblad is kleiner. Waar ik Coen eerst nooit zag want we zaten tegenover elkaar en onze Macs stonden met de ruggen naar elkaar toe, zie ik hem nu wel. Ook is mijn werkblad hoger. Gelukkig is mijn stoel verstelbaar. Mijn agenda en aantekenschrift liggen nu op het bureau in plaats van zoals voorheen op de ladekast onder het bureau. Die ruimte is er niet meer. Mijn verzameling Boeddha’s past er niet meer op. Voor hen heb ik in de boekenkast achter mij een plank vrij kunnen maken. Ik moet omkijken om ze te zien. Saai. Dus sta ik na tien minuten op en ga iets anders doen. 

Toen ik al mijn weerstand in de vorm van moppergedachten opmerkte, wist ik hoe laat het was. Ik was gewend geraakt aan iets. Is dat erg? Nee, natuurlijk niet. Voor mij die altijd gevonden heeft dat verandering van spijs doet eten, was het wel nieuw om te voelen dat alles in mijn lijf protesteerde tegen deze verandering. 

Na drie dagen kijken, dralen, ronddraaien en af en toe plaats nemen achter mijn bureau, kan ik dan eindelijk opnieuw rustig blijven zitten en schrijven, studeren, lezen en podcasts luisteren, zoals voorheen. Het voelt nog niet honderd procent vertrouwd en mijn onbetaalbare uitzicht is gelukkig nog precies hetzelfde.